Rohr Tentoonstelling - autoliefhebbers 2013

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Rohr Tentoonstelling

Events auTo


de Rohr Collectie  reportage: Vincent Arpons

 


Een aanrader: de Röhr-tentoonstelling in Zwickau.

Nooit van Röhr gehoord? Wel, je hoeft je niet te schamen want zelfs fervente oldtimerfans krabben zich in het haar bij het horen van die naam.

Net als in België, Frankrijk en veel andere landen verschenen er in de eerste twee decennia van vorige eeuw tal van ‘nieuwe’ constructeurs op de markt. Zo had je in Duitsland ondermeer Ley, Dux, NAG, Presto, Stoewer en ga zo maar door. Of wat dacht je van Brennabor dat als eerste in Duitsland nog voor Opel de lopende band installeerde en zo 120 wagens per dag produceerde?
Hans-Gustav Röhr (1895-1937) construeerde reeds vliegtuigmotoren tijdens WO1 en was zelf een ervaren jachtpiloot. In 1927 startte hij in de voormalige Falconfabriek (nog zo’n vergeten merk...) in Ober-Ramstadt nabij Darmstadt samen met zijn bekwame chefconstructeur Joseph Dauben de productie van de revolutionaire Röhr 8. Deze achtcilinder in lijn beschikte over een platform/caissonchassis met pendelassen en had een prachtige wegligging dankzij het laagliggend koetswerk. De achterzetels waren, in tegenstelling tot zijn tijdsgenoten, niet boven de achteras maar ervoor gemonteerd wat naast een lager zwaartepunt ook een voortreffelijk comfort opleverde. Een truc die Chrysler enkele jaren later bij zijn befaamde Airflow ook zou toepassen. Deze Röhr 8R had echter een niet zo soliede 2-litermotor die vaak te warm werd en teveel benzine en olie verbruikte. Algauw kreeg de Röhr 8R in de volksmond de bijnaam ‘Ölsardine’...
De 8R evolueerde naar een 2,2 liter en vervolgens naar een 2,5 liter waarvan de cilinders in een V van 10° stonden (onder een enkele cilinderkop) zoals dat bijvoorbeeld bij Lancia al jaren gebruikelijk was.

In een recent verleden werd deze opstelling ook door VW toegepast... Maar het kwaad was geschied, de slechte faam van de 8R-motor alom bekend en mede door de kantelende economische situatie (denk aan de crash van Wall Street 1929) ging de zaak eind 1930 op de fles.
Hans-Gustav Röhr en zijn compaan Daubner trokken daarop naar Adler in Frankfurt waar ze de succesvolle voorwielaangedreven Trumpf en Trumpf Junior ontwikkelden. Na een meningsverschil met de directie omtrent het verlenen van een licentie aan het Belgische Imperia belandden ze echter allebei in Stuttgart bij Mercedes-Benz waar ze de Mercedes 230 ontwierpen die na de oorlog zou doorevolueren in de gekende 170S.

Het was trouwens na een testrit op de Nürburgring in een open 230 dat Röhr te kampen kreeg met een longontsteking die hem uiteindelijk in augustus 1937 het leven kostte.

Maar terug naar Ober-Ramstadt waar het failliete Röhr ondertussen in handen kwam van een Zwitsers consortium en voortaan ‘Neue Röhrwerke AG’ heette. Aangezien beide geniale constructeurs weg waren werd dan maar een beroep gedaan op het Konstruktionsbüro van Professor Porsche. Deze haalde een niet gerealiseerd motorontwerp voor Wanderer uit de lade en dat resulteerde in de 3,3 liter achtcilinder Röhr 8F die in 1934 gevolgd werd door de 8FK ‘Olympier’. Voorzien van een Zoller-compressor, sommige bronnen spreken van een Roots, ontwikkelde de ‘Olympier’ een stevige 100 pk bij 3800 tr/min! Tevens beschikte hij voor de voorwielophanging over die typische Porsche-uitvinding, de torsiestaafvering.
Met dit soort auto’s kon je, zeker in die crisistijd, geen grote aantallen verkopen en daarom werd een licentie verworven bij Tatra. Zo werd de Tatra 57 (sommigen spreken van de 30 of de 75) in licht gewijzigde vorm als Röhr Junior op de markt gebracht. Het mocht echter allemaal niet baten want in 1935 werd het financieel zieke Röhr overgekocht door het Noord-Duitse Stoewer (Stettin). Daar werden nog tot in 1939 de Stoewer Greif en Greif Junior gebouwd, de Stoewer-versies van de Röhr Junior.
Veel overlevers telt het geniale Röhr niet:op de tentoonstelling kan je er een zestal bewonderen naast verschillende andere merkattributen en affiches. Zo is er een prachtige 8F met aërodynamisch koetswerk van Autenrieth uit 1933. Verder is er een bruinkleurige 8RA Kabrio-Limousine jaargang 1931, een 8FK Olympier (de zwarte wagen met open motorkap op de foto’s). Daarnaast kan je drie Juniors bekijken: een Limousinenkabrio 1933, een witte  Sportroadster uit het zelfde jaar en een heerlijk authentieke berline als ‘Scheunenfund’ (barnfind).

Deze expo is een prachtig initiatief van het Horch-museum en wie in de buurt is moet er zeker langs gaan. Meer info vind je op de website van het museum.



Tekst: Vincent Arpons.

Foto’s: Andreas Mey.

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu