Audi Quattro. Auf allen Vieren zum Erfolg.

Het staat als een paal boven water dat de autosport niet alleen technische ontwikkelingen brengt voor de autotechniek maar tevens het imago van bepaalde merken kan oppoetsen.

Bepaalde rallywinnaars uit de tweede helft van vorige eeuw zijn echte iconen geworden. Denken we maar aan de Mini, de Saab 93/96, de Lancia Fulvia/Stratos/Delta Integrale of de Alpine Berlinette. Die lijst is zeker niet volledig en in de opsomming hoort natuurlijk ook de Audi Quattro.

Auteur Muche neemt je mee in het Quattro-verhaal vanaf de eerste testen met de DKW Munga en de plannen van Piëch, Bensinger, Treser & Co tot en met de rallyoverwinnningen. Een prachtig relaas met ook de nuttige tabellen met uitvoeringen, technische gegevens en WM resultaten. Schön!

 

Auteur: J.-H. Muche. Taal: Duits.

ISBN: 978-3-966664-576-8. 25 x 30 cm. 176 blz.

Uitgever: Heel Verlag Königswinter (D). heel-verlag.de

 

De Palmen Collectie. Het verhaal achter de schuurvondst.

Sinds het boek over de ‘Dovaz’ oldtimercollectie verscheen, liggen verhalen over zogenaamde barn finds steeds beter in de markt. De foto’s van Herbert Hesselmann en de story door Halwart Schrader van de ‘Sleeping Beauties’ gingen de wereld rond en deden heel wat oldtimer freaks dromen. Ondertussen doken nog andere belangrijke “vondsten” op, zoals die van de Baillon-verzameling, en zo ontpopten zich deze ontdekkingen tot een dankbaar onderwerp.

Vader en zoon op de Weegh brachten in het verleden al wat boeken omtrent ‘Het lot van de sleeping beauties’ en ‘de affaire Schlumpf’ en doken zodoende met succes in deze nieuwe ‘boeken-niche’.

Ditmaal nemen ze de recente Palmen vondst onder de loep.

Het is een boek met veel interessante foto’s geworden, maar helaas ook met dezelfde minpunten die we in vorige op de Weegh- boeken vinden.

Zo is er het taalgebruik dat naar de Hollandse spreektaal neigt, iets wat reeds in hun vorige boeken opvalt.

Dit is nog best aanvaardbaar als je daarin een soort ongedwongen charme ziet. Niet acceptabel zijn echter de taalfouten en de grammaticale zonden.

Dat noch de auteurs, noch de uitgever blijkbaar de moeite hebben genomen om de teksten terdege na te lezen, doet af aan de kwaliteit van het boek.

Ik kan me dan ook niet van de indruk ontdoen dat de hele zaak snel op de markt moest komen om ten volle te genieten van de hype die ontstaan was rond de Palmencollectie.

Het feit dat Palmen een zeer teruggetrokken leven leidde en dat weinig mensen details over deze figuur kunnen brengen, heeft als logisch gevolg dat er weinig ‘materiaal’ is om een boekvullend verhaal te brengen.

Zo zien we dat de auteurs telkens in herhaling vervallen en er heel wat informatie herkauwd wordt.

Een pluspunt zijn dan weer de unieke foto’s en de aparte beschrijving van verschillende auto’s uit de collectie.

Helaas vinden we in deze teksten heel wat onjuistheden of verwarrende details. Zo staat in de technische tabel van de Tatra T87 dat die een V8 Boxer (?) zou hebben… De T87 had uiteraard een V8 op 90°.

In het verhaal van de Talbot-Lago T26 wordt meermaals de figuur van ingenieur Carlo Marchetti geciteerd en wordt zijn naam herleid tot Machetti. Dat de Edsel een van de grootste commerciële Ford-flaters werd, zal de meeste oldtimervrienden wel bekend zijn. Dat er echter in totaal slechts 2848 Edsels zouden geproduceerd zijn, is dan weer een fout citaat. Veeleer gaat het hier om het aantal dat in de slechts 44 dagen durende productierun van het 1960 model werd gebouwd. Hierna sloot Ford de Edsel-boeken, nadat in totaal tussen 1958 en 1960 iets meer dan 118.000 stuks van de band liepen. Een ontgoochelend resultaat, maar logischerwijze beter dan wat in het boek gesuggereerd wordt.

Kortom, een boek met aardig wat tekortkomingen, dat gelukkig heel wat mooie foto’s brengt en tevens een uniek verhaal.

 

Auteurs: A. & A. op de Weegh. Taal: Nederlands.

ISBN: 978-90-5961-271-6. 22 x 31 cm. 128 blz.

Uitgever: De Alk. alk.nl

 

L’usine Citroën à Aulnay-sous-bois.

Als je tijdens de vorige decennia via de A1 richting Parijs reed, kon je bij het naderen van de hoofdstad niet naast de talloze spoorwegwagons kijken, die, geladen met allerlei Citroëns, zich aftekenden op de linkerzijde naast de autoweg. Produceren binnen het Parijse stadsterritorium was in de loop der jaren uiteraard steeds moeilijker geworden en daarom had Citroën voor de Ami in 1962 al een een nieuwe fabriek geopend in het Bretoense Rennes-la-Janais. In april 1973 werd de site van Aulnay-le-Bourget in gebruik genomen, die daarna onder de naam Aulnay-sous-Bois door het leven ging. De 40 jaren waarin de fabriek in gebruik was, betekenen een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van het Franse merk.

Aanvankelijk liep nog de DS van de band maar algauw werd de fakkel overgenomen door de nieuwe CX. Daarnaast maakten ook de H, de LN(A) en de aanverwante Peugeot 104, de Visa en de Axel, de AX, de ZX, de Saxo en de Peugeot 106, de C2 en de C3 deel uit van de Aulnay-productie.

Dit boek is vrij technisch opgevat en geeft een gedetailleerd beeld van de inrichting en de organisatie van deze belangrijke productiesite.

Iets voor echte Citroën fans maar tevens voor lezers die affiniteit hebben met de fabricagemethodes van de auto-industrie. Weerom een interessante uitgave van Citrovisie.

 

Auteur: J. Goldmann. Taal: Frans.

ISBN: 978-90-832960-5-0. 23 x 25 cm. 312 blz.

Uitgever: Citrovisie.

 

Innocenti. Il genio italiano.

De ondertitel ‘Siderurgia, scooter, automobili e non solo’ verwijst naar het feit dat het boek de ganse story van Innocenti omvat. Ferdinando Innocenti startte immers met de productie van buissystemen voor de industrie en de bouw (stellingen) en produceerde na de tweede wereldoorlog de bekende Lambretta-scooter. Vanaf augustus 1959 werd Innocenti ook actief in de auto-industrie en ging het een samenwerking aan met het Engelse BMC.

De auteur van het boek is Marco Visani, een journalist die heel wat bijdragen levert voor tijdschriften zoals Gazoline of Ruoteclassiche.

Visani beschrijft de boeiende geschiedenis van Innocenti, vanaf de initiële, familiale ijzerhandel tot de overname door De Tomaso en de uiteindelijke opslorping door Fiat.

Een boeiend boek met vele foto’s en details, dat aantoont dat er wel nog meer interessante merken waren in het Italiaanse autolandschap.

 

Auteur: M. Visani. Taal: Italiaans.

ISBN: 978-88-7911-726-5. 25 x 28 cm. 192 blz.

Uitgever: G. Nada. giorgionadaeditore.it

 

Destination 901. Die Vorgeschichte des Porsche 911. Von der idee zur Weltpremière.

De beroemde 911 kwam, zoals bekend, oorspronkelijk als project 901 op de markt.

Het duurde niet lang voor Peugeot zijn veto stelde en het alleenrecht op de typering met getallen met een nul in het midden opeiste. De 901 werd dan maar de 911. Vreemd genoeg deed Peugeot niet zo moeilijk bij merken als Tatra (603), Trabant (601), Bristol (401 tot 409), Moskvitch (401/403/407), Škoda (105), of Bugatti (101) om er maar enkele te noemen. Toegegeven, allemaal kleine constructeurs… maar dat was Porsche toen ook. Peugeot had duidelijk het meedogenloze oorlogsbewind van Prof. Porsche en zijn schoonzoon Anton Piëch over de Peugeotfabrieken nog niet verteerd.

Ook al zijn er eindeloos veel boeken over Porsche of de 911 verschenen, dit boek toont aan dat er toch nog steeds interessant materiaal naar boven wordt gehaald. In dit werk wordt de aanloop naar de 901 uitgebreid uit de doeken gedaan. Boeiende feiten, exclusieve documenten en zeldzame foto’s maken dit boek tot een echt referentiewerk. Interessant is tevens dat de vele belangrijke actoren in dit gebeuren (Erwin Komenda, Karl Rabe, Franz Xaver Reimspiess, Helmut Bott, Hans Mezger en nog 25 anderen) apart belicht worden. Sehr gut gemacht, vom Feinsten!

 

Auteur: P. Weidenhammer. Taal: Duits.

ISBN: 978-3-613-32149-6. 25 x 31 cm. 448 blz.

Uitgever: Porsche Museum/ Motorbuch Verlag. porsche.com/museum

 

Mercedes-190. La première “Baby Benz”.

In de laatste decennia van vorige eeuw werd duidelijk dat een automerk vooral volume moest draaien om onafhankelijk te blijven en gelijke tred met de concurrentie te houden. Voor Mercedes, dat steeds meer onder vuur kwam te liggen door het succes van BMW en Audi, was het duidelijk dat een uitbreiding van het gamma naar onder, het nodige volume kon brengen. Het was ook een middel om zijn imago bij het publiek te verjongen. De auteur leidt je in in de geschiedenis van het sterrenmerk en beschrijft welke beleidsfiguren aan de wieg van de W201 stonden. De levensloop van het model wordt met tekst en foto’s uit de doeken gedaan en ook de versies van de verschillende tuners komen aan bod. Na de wedstrijdresultaten volgen de tabellen met technische gegevens, productie-aantallen en kleuruitvoeringen. Een leerrijk boek!

 

Auteur: A. Grégoire. Taal: Frans.

ISBN: 978-2-38514-037-3. 25 x 30 cm. 192blz.

Uitgever: Sophia Editions. sophia-editions.com

 

Opel Rekord Story. Von Olympia bis Omega.

De eerste decennia na de oorlog waren voor het merk uit Rüsselsheim echte toppers. Wat leek het leven eenvoudig toen, de enige beduidende concurrentie kwam immers van het Duitse Ford dat pal naast ieder Opel-model een tegenhanger uit Köln plaatste. Het was een periode waarin Opel de harten stal van de gemiddelde autorijder en als ‘Opel, der Zuverlässige’ gold.

De eerste jaren mocht de benaming ‘Rekord’ enkel als een versie van de Olympia worden gebruikt omdat Hanomag de rechten op de naam bezat. Hanomag produceerde echter na WO II nog enkel vrachtwagens en zijn vooroorlogse personenwagens als de ‘Kurier’, ‘Sturm’, ‘Garant’ of… ‘Rekord’ behoorden al lang tot het verleden. Dus kon Opel zijn middenklasser eind 1957 vanaf de presentatie van de P1 tot Rekord omdopen. Het was het begin van een succesvolle carrière. De P2, de Rekord A, de slechts 1 jaar geproduceerde B, de prachtige C, de elegante D en de strak gelijnde E, allemaal waren het stuk voor stuk kaskrakers uit Rüsselsheim. Auteur Storz introduceert je in de voorgeschiedenis, neemt je mee in de succesvolle jaren van de Rekord, beschrijft de vele buitenlandse producties en afgeleiden en sluit af met de Omega, niet zonder nog een kleine omweg langs de Commodore te maken. Een heerlijk boek, dat je via vele foto’s en afbeeldingen van de fijne sfeer van de jaren ’50 tot ’90 laat proeven.

Auteur: A.F. Storz. Taal: Duits.

ISBN: 978-3-613-04587-3. 24 x 27 cm. 240 blz.

Uitgever: Motorbuch Verlag Stuttgart (D)  . motorbuch.de

 

Op de antiquarische boekenplank:

 

Grand-Prix-Report Auto-Union 1934-1939.

In de reeks antiquarische boeken wil ik je graag dit verslag over de turbulente jaren van de Duitse autosport in de jaren ’30 presenteren.

Het boek is geschreven door de vorig jaar overleden Dr. Peter Kirchberg, een absolute kenner van de auto-industrie in het oostelijk deel van Duitsland en de latere DDR.

Het boek is uitgegeven in 1984 door Transpress in de DDR, vijf jaar dus voor de val van de muur. Het beschrijft hoe Auto-Union, met financiële hulp van de Nazi’s, een renteam opzet dat in concurrentie met Mercedes het vaandel van het fascistische Duitsland hoog moet houden.

Het is interessant om alle daartoe gebruikte technische en organisatorische maatregelen te leren kennen. Het toont ook aan hoe hoog de technische lat werd gelegd: er werden gesofistikeerde compressormotoren ingezet, bijzondere metaallegeringen gebruikt en er werd met speciale brandstofmengsels gereden. De door de Nazi’s aan Mercedes-Benz en Auto-Union verleende budgetten hadden als gevolg dat de Franse en Italiaanse concurrentie het nakijken had.

In het report worden ook veel organisatorische details belicht en komt ook de beoordeling van de piloten zoals Stück, Rosemeyer enz. aan bod. De inbreng van Prof. Porsche wordt uiteraard niet vergeten.

Het is een boek met bijzondere foto’s en vele verduidelijkende tabellen.

Peter Kirchberg zou ook nog vele ander boeken over de Oost-Duitse automobielbranche schrijven en nuttige bijdragen leveren voor vele automusea.

 

Auteur: P. Kirchberg. Taal: Duits.

25 x 28 cm. 208 blz.

Uitgever: Transpress VEB Verlag für Verkehrswesen / Berlin.