De regeringen van de lidstaten hebben gisteren in de Raad de algemene oriëntatie voor Euro 7 aangenomen. Dit vormt de basis voor de komende onderhandelingen met het Europees Parlement over de volgende fase van de regelgeving inzake de uitstoot van verontreinigende stoffen door voertuigen.
De lidstaten verlenen hun steun aan testomstandigheden en grenswaarden voor auto’s, bestelwagens en vrachtwagens die over het algemeen nauwer aansluiten bij de bestaande Euro 6/VI-normen dan bij de door de Commissie voorgestelde herzieningen, waardoor weinig of geen bijdrage wordt geleverd aan een betere luchtkwaliteit. De Raad heeft de nieuwe emissievoorschriften voor het tanken noch de door de Commissie voorgestelde verlaagde verdampingslimieten gehandhaafd, maar wel de opneming van grenswaarden voor banden en remmen.
Benjamin Krieger, de secretaris-generaal van CLEPA, de vereniging die de Europese toeleveringsindustrie vertegenwoordigt, merkt op: “Leveranciers van auto’s ondersteunen de vooruitgang van Euro 7, met realistische testomstandigheden en limieten. Het voorstel van de Commissie zou effectief ten uitvoer kunnen worden gelegd met een paar voorzichtige waarborgen. De benodigde technologie is beschikbaar en economisch haalbaar. Een terugval naar Euro 6, zoals voorgesteld door de Raad, is niet nodig om betaalbare mobiliteit te behouden en zal de invoering van strengere grenswaarden voor de luchtkwaliteit niet ondersteunen en ook innovatie in de EU niet stimuleren. In het komende decennium zullen in de EU naar schatting 100 miljoen conventioneel aangedreven voertuigen worden verkocht. Dit besluit bepaalt nu of de EU een rol zal spelen bij het vormgeven van technologische normen of dit voorrecht overlaat aan de Verenigde Staten en China.”
Bernard Lycke, directeur-generaal van CECRA, die auto’s, bestelwagens en vrachtwagendealers, agenten en reparateurs op Europees niveau vertegenwoordigt, moedigt de medewetgevers aan om te blijven werken aan robuuste Euro 7-normen en de goedkeuring ervan vóór de komende EU-verkiezingen in juni 2024.
“Dit is cruciaal om een snelle implementatie van de nieuwe Euro 7-wetgeving mogelijk te maken. Miljoenen voertuigen met verbrandingsmotoren zullen de komende jaren inderdaad nog steeds worden verkocht, onderhouden en gerepareerd en deze moeten bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit.”
Een besluit over het standpunt van het Europees Parlement wordt op 12 oktober verwacht. Na de vaststelling van de standpunten van beide instellingen, het Parlement en de Raad, zullen de onderhandelingen in de trialoogfase van start gaan. voor verontreinigende stoffen voor voertuigen