Hoera! De ploeg van Autoworld Brussel houdt geen zomerreces en dat kunnen we alleen maar toejuichen.
Niet minder dan drie tentoonstellingen lopen er voor het ogenblik in de mooie zaal van het Jubelpark, naast de vaste collectie (een van de mooiste ter wereld!) die je er steeds kan bewonderen.
Er is de expo rond James Bond (No time to die), die van de ‘Family of Cars’ van Mahy (The barnfind collection) en ook het schitterend eerbetoon aan de Corvette (Chevrolet Corvette, a legend turns 70).
Redenen te over dus om eens naar de hoofdstad af te zakken.
Meteen voorbij de ingang van de zaal vind je de boeiende Bond ‘No time to die’ tentoonstelling, waarna je verder de trappen op gaat waar de stofferige schatten uit de reserve van Mahy’s collectie staan.
Schatten zei ik, maar oordeel zelf: zo is er bijvoorbeeld de Aston Martin DB2 Cabriolet van Koning Boudewijn, de zeldzame Chrysler Ghia ST maar ook een ‘oilrag’ Ford Transit (1964) die in dienst reed van de ‘Huileries Taes’ en het merk Minerv’oil. Heel uitzonderlijk zijn de twee Avions Voisin, een C14 en een C24, en tevens zo de Delahaye 148L uit 1947 van de Brusselse carrossier Oblin, waarvan het grillige radiatorooster mij hard doet denken aan de creaties van de getalenteerde Duitser Ernst Neumann-Neander.
Op de mezzanine boven het restaurant prijkt de Corvette familie met een overzicht van 70 jaar Chevrolet Corvette.
Je kan er alle generaties bewonderen, van de C1 tot en met de C7.
Natuurlijk ook de C2, die ik persoonlijk het mooist vind.
Maar de nieuwste Stingray (C8) met midship motor hoor ik je vragen?
Euh… die is er wel en die is er niet.
Op schaal 1/1 zal je hem niet zien, maar in een van de glazen kasten met automobilia en miniaturen staat wel een 1/43 model uit de collectie van Eric Janssen. Oef!
Conclusie: een bezoek aan Autoworld loont altijd de moeite, maar nu 3 keer zoveel!
Foto’s en tekst: Vincent Arpons.