Jean Bugatti 1939.
Wanneer de naam Bugatti wordt genoemd, denkt iedereen meteen aan Ettore. Zodoende wordt zijn talentrijke zoon Jean heel vaak vergeten.
Jean was de man die vader Ettore, die met de jaren conservatiever geworden was, trachtte te overtuigen van de noodzaak van technische vernieuwingen zoals onafhankelijke voorwielvering of hydraulische remmen.
Hij was het ook, die met zijn ongeëvenaard gevoel voor esthetiek pareltjes als de Bugatti 57 Atlantic of Atalante ontwierp en tevens een socialere omgang met het personeel predikte. Jean was de onmisbare schakel voor de toekomst van de fabriek.
De verwijzing naar het jaar 1939 in de titel van het boek is belangrijk want het betekende het levenseinde van de ondernemende dertiger en bezegelde zo het lot van het merk Bugatti.
Rond Jean’s ongeval, dat gebeurde tijdens een nachtelijke proefrit in het vooruitzicht van de race in La Baule, hangt echter nog steeds een waas van geheimzinnigheid.
Hoe een ervaren, talentvolle ontwerper en testrijder op een verlaten weg van de weg afkwam en tegen een boom knalde, lijkt nog altijd een raadsel. Op basis van gegevens uit het dagboek van Jean, verklaringen van mecanicien Robert Aumaitre en een diepere studie van het privé leven van Jean, leidt de auteur ons naar de mogelijke these van een wanhoopsdaad.
Zo blijkt dat de verhoudingen binnen de familie Bugatti toen erg gespannen waren en dat Ettore, die zich na de arbeidersstakingen halverwege de jaren dertig had teruggetrokken in Parijs en overtuigd was van zijn kunde en van wat hij bereikt had, zich steeds eigenzinniger en dictatorialer ging gedragen. Iets wat vooral Jean verhinderde om zijn talent te ontplooien.
In het boek geeft de auteur inzicht in de werking van de fabriek, de moeilijke financiële situatie van het bedrijf, de vele toekomstplannen en het belang van de raceafdeling. Het werpt een apart licht op het verhaal van de Bugatti’s en op wat er uiteindelijk van het merk is geworden.
De auteur biedt een boeiende benadering en bewijst met vele details zijn gedegen kennis van het onderwerp. Hier en daar is toch nog een foutje binnen geslopen en dat is helaas onvermijdelijk (zo gebeurde Isadora Duncan’s beruchte sjerp-ongeval niet in een Bugatti 35 zoals lange tijd aangenomen maar wel in een Amilcar). Ook doet de schrijfstijl ietwat bevlogen en idealiserend aan, maar het boek vult zeker een leemte in de geschiedenis van het zo vaak beschreven elitaire merk.
Très bien. Vive la marque!
Auteur: J. Strutz. Taal: Duits.
ISBN: 978-3-487-08652-1. 16 x 23 cm. 177 blz.
Uitgever: Georg Olms Verlag (D). olms.de
Max Hoffman. Million dollar middleman.
De Oostenrijker Max Hoffman, met Joodse roots, was al actief in de autowereld tijdens de jaren dertig toen hij aan het opkomend nazigevaar wou ontsnappen en via Holland naar de VS emigreerde.
Na de oorlog bouwde hij er een zakenimperium op met de import van Europese merken van hogere klasse.
Het feit dat hij een goede kennis had van de autowereld, zelf Europeaan was (en daar dus goede contacten had) en een gewiekste zakenman was, hielpen hem in zijn succes op de bloeiende naoorlogse automarkt.
Voor vele Europese merken was het een droom om door te breken in de US en de nodige deviezen binnen te halen.
Met de ‘export or die’ slogan van de Britse regering bijvoorbeeld, werden constructeurs als Triumph, Jaguar, Aston Martin of Austin onder druk gezet om een groot gedeelte van hun productie uit te voeren.
Ook andere merken zoals Facel Vega, Alfa Romeo, BMW, Mercedes-Benz, Lancia of Maserati droomden van US dollars en gingen bij Hoffman te rade. Die moest achteraf wel telkens weer nieuwe merken zoeken, want eens ze min of meer bekend waren in het land van Uncle Sam, wilden de meeste constructeurs een lucratievere, eigen importafdeling opstarten.
Met de nodige drama’s en gerechtszaken als gevolg.
De carrière van Hoffman was een weliswaar succesvol maar niet meteen rustig verhaal…
De auteur schetst de invloed van Hoffman op de productie van bepaalde constructeurs, beschrijft de importgeschiedenis merk per merk en illustreert dit met veel interessante foto’s. Mooi gedaan!
Auteur: M. Kornblatt. Taal: Engels.
ISBN: 978-1-787115-03-3. 22 x 26 cm. 160 blz.
Uitgever: Veloce Publishing. veloce.co.uk
NSU-Story. Alle Autos und Motorräder aus Neckarsulm.
NSU behoort tot de vele ter ziele gegane automerken en zal allicht bij het jonge publiek niet meer zo bekend zijn. Iets waar dit uitstekende boek aan kan verhelpen.
De auteur beschrijft de boeiende productiegeschiedenis van NSU, startend met fietsen eind de 19de eeuw, vervolgens motorrijwielen en uiteindelijk auto’s.
Nadat de auto-afdeling in 1928 door Fiat werd overgenomen, produceerde NSU een tijdlang enkel motorrijwielen.
De verkoop van motorrijwielen begon echter tijdens het naoorlogse Wirtschaftswunder te tanen, want de betere financiële situatie deed iedereen naar een vierwieler verlangen.
Dus bekeerde NSU zich in 1957 terug tot de autofabricage en bracht de Prinz op de markt. Daarop volgden de Prinz 4, 1000, 110, 1200, de Sport Prinz,de Spider met Wankelmotor, de geniale Ro 80 en de klassiekere K70.
De vele garantieproblemen veroorzaakt door de Wankelmotoren ondermijnden echter de financiële gezondheid van het merk, dat onderdak kreeg bij Auto-Union/Audi, zelf een dochter van het machtige VW concern.
Auteur Peter Schneider schetst een uitvoerig beeld van de NSU geschiedenis en vervolledigt dat met vele afbeeldingen en foto’s maar ook met technische gegevens en leerrijke tabellen. Gut gemacht!
Auteur: P. Schneider. Taal: Duits.
ISBN: 978-3-613-04546-0. 24 x 28 cm. 414 blz.
Uitgever: Motorbuchverlag Stuttgart (D). motorbuch.de
Ford Mustang. Der amerikanische Traumwagen. Alle generationen seit 1964.
De Mustang is de oervader van de Pony Cars en blijft een boeiend onderwerp, ondanks de vele boeken die daarover reeds verschenen.
Wie een duidelijk overzicht van de vele modeljaren wil krijgen, vindt in dit boek een goede gids. Het boek start uiteraard met het verhaal over het ontstaan van de Mustang en het ongeziene verkoopssucces in de eerste jaren. Alle modellen, ook de Shelby’s en de elektrische Mach-E, worden toegelicht met een verklarende tekst, een gegevenstabel en leuke foto’s. Beknopt, overzichtelijk en handig: schön!
Auteur: M. Gerst. Taal: Duits.
ISBN: 978-3-613-04483-8. 22 x 29 cm. 128 blz.
Uitgever: Motorbuchverlag Stuttgart. (D). motorbuch.de
Alfa Romeo Giulia Sprint GT. Der Bertone.
De Giulia Coupé hoef ik je zeker niet voor te stellen.
Dit tijdloos mooie model, in het begin van de jaren zestig getekend door een jonge Giugiaro in dienst van Bertone, werd in de loop der jaren in vele types en motorisaties ontplooid.
Dit boek beschrijft de ganse modelgeschiedenis en vermeldt ook alle sleutelfiguren (piloten, ingenieurs enz.), het is tevens met mooie foto’s geïllustreerd.
Achteraan vind je tabellen met productiecijfers, verslagen van vroege tests en voorbeelden van folders. Goed gedaan!
Auteur: J. Tipler. Taal: Duits.
ISBN: 978-3-86852-940-1. 25 x 29 cm. 206 blz.
Uitgever: Heel Verlag Königswinter (D). heel-verlag.de
Chevrolet Corvette. Die US-Sportwagen-Ikone. Alle Generationen seit 1953.
De Corvette C1 begon zijn carrière eerder aarzelend in 1953 maar vanaf 1957 kwam het succes echt op gang. Ondertussen zijn we bij de C8 aanbeland, een overzicht van alle generaties is dus niet overbodig.
Na een interessante inleiding beschrijft de auteur alle 8 generaties en doet dat met een verklarende tekst, tabellen met technische gegevens en mooie foto’s. Ook de Callaway-versies, de racegeschiedenis en de prototypes of showcars komen aan bod. Perfect!
Auteur: M. Gerst. Taal: Duits.
ISBN: 978-3-613-04484-5. 22 x 29 cm. 160 blz.
Uitgever: Motorbuch Verlag Stuttgart (D). motorbuch.de
Hans Glas. Ein niederbayerischer Industriepionier.
De titel van het boek gaat nog verder met ‘Leben und Wirken. Anekdoten, Weisheiten und Aussprüche’.
De jongere autofans zullen waarschijnlijk niet veel aan het merk Glas kunnen vastknopen. Het merk, oorspronkelijk een producent van landbouwmachines en scooters, bestond als autoconstructeur dan ook maar een veertiental jaren (1955-1969). Nochtans bekleedt het een belangrijke positie in de Duitse autogeschiedenis want Glas, dat startte met dwergauto’s als de Goggomobil, was een erg dynamische constructeur.
Zo had de in 1961 gepresenteerde Glas 1004 een technische primeur in de vorm van een door een getande riem aangedreven nokkenas, iets wat sedertdien bijna een standaard montage geworden is. De opeenvolgende modellen 1004, 1204, 1304, 1300, 1700 en 2600/3000 waren uitgerust met vinnige motoren en konden qua vermogen naast die van Borgward of BMW staan. Uitgerekend die laatste had extra productieruimte nodig en was wat blij om de fabriek van zijn collega in te lijven. Glas was immers te snel gegroeid en kon het spijtig genoeg niet alleen meer redden.
Hans Glas was een kleurrijk figuur en een dynamisch ondernemer, in dit compacte werkje kom je heel wat over hem te weten.
Auteur: J.A. Kraxenberger. Taal: Duits.
15 x 21 cm. 64 blz.
Uitgever: Carhistory Jürgen Kraxenberger. carhistory.de
Op de antiquarische boekenplank:
L’épopée de Renault.
Het verhaal van Louis Renault is in alle opzichten merkwaardig.
Louis was een inventieve en handige knutselaar, in tegenstelling tot zijn broers Marcel en Fernand die zakelijk aangelegd waren en de familiale knopenfabriek beheerden. Bij het stijgend succes van Louis’ experimenten met zijn eerste auto’s, traden de broers op als managers terwijl Louis eerder de ‘werkman’ bleef. Na het vroegtijdig overlijden van Fernand en Marcel positioneerde Louis zich echter als de ‘chef incontournable’.
Zoals het in die tijd vaak het geval was, werd Louis een harde en veeleisende patron. In de jaren dertig werd de sfeer in Frankrijk steeds woeliger onder de arbeiders in de industrie en dat was voor Louis Renault een harde dobber. Zo kwam midden de jaren dertig het ‘Front Populaire’ aan de macht en dwong nieuwe arbeidsvoorwaarden af waaronder ook de beroemde ‘congés payés’. Vier jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit en dat betekende meteen een nieuwe uitdaging voor Louis. In een poging om zijn fabriek (zijn levenswerk!) en personeel aan het werk te houden, liet hij gedwee vrachtwagens en ander materieel produceren voor de Duitse bezetter.
Daarbij ging hij niet echt discreet te werk en nam onvoldoende afstand van het collaborerende Vichy regime. Bij de bevrijding was het uur van de wraak gekomen en werd Louis, die reeds sedert een paar jaar fysiek sterk achteruit was gegaan en aan afasie leed, gevangen gezet en mishandeld.
Hij overleed tijdens zijn detentie en zijn fabriek werd zonder veel omhaal genationaliseerd.
Auteur Fernand Picard begon zijn carrière als ingenieur bij Delage maar ging, toen dat merk in moeilijkheden kwam, vanaf 1935 werken bij de Usines Renault. Hij klom op in de hiërarchie en beleefde zo van heel dichtbij zowel het succes als het drama van Louis Renault.
Zo kan hij uitvoerig het reilen en zeilen binnen de fabriek beschrijven, de woelige periode en de stakingen van het Front Populaire en een ontnuchterend beeld brengen van het leven tijdens de oorlog. Hij geldt tevens als een van de vaders van de 4 CV en bleef nog tot 1969 werken voor Renault.
Het is een boeiend boek en ondanks zijn publicatie in 1976 qua stijl en interpretatie geheel niet gedateerd.
Auteur: F. Picard. Taal: Frans.
ISBN: 978-2-226-00380-0. 16 x 24 cm. 376 blz.
Uitgever: Albin Michel. Jaar: 1976.