Iconische Mercedes-Benz concept car C111 uit 1969 op Supercars 2-expositie in Autoworld

Mercedes-Benz in Autoworld Brussel met C111 uit het museum en pareltjes uit privécollecties

Of de Mercedes-Benz C111 de meest iconische experimentele wagen ooit is? De bezoekers van de expositie ‘Supercars 2 – Road versus Race Edition’ in het Brusselse Autoworld kunnen zich tussen 9 december en 29 januari 2023 over deze vraag buigen. Dat deze concept car uit 1969 baanbrekend was en dus niet mocht ontbreken op de expositie moge duidelijk zijn: aandrijflijn, technologische hoogstandjes en design onderstrepen de innovatiekracht van het merk uit Stuttgart.

Een visionair ontwerp in vorm, aandrijfsysteem en materialen: de Mercedes-Benz C111 bracht zowel de autowereld als het publiek in vervoering toen hij meer dan vijftig jaar geleden zijn debuut vierde op de Internationale Automobil Ausstellung (IAA) in Frankfurt. De sportwagen met rotatiemotor ging nooit in serieproductie, maar werd al snel een icoon. Vanaf 1975 vormde hij de basis voor succesvolle recordwagens.

In september 1969 verdrongen de IAA-bezoekers zich vol verbazing rond de futuristische supersportwagen die Mercedes-Benz aan het wereldpubliek presenteerde. Was dit misschien de legitieme opvolger van de legendarische 300 SL ‘Gullwing’ (W 198) uit 1954? Dit was echter niet het geval, hoewel welgestelde klanten zelfs blanco cheques naar het Mercedes-Benz hoofdkantoor in Stuttgart-Untertürkheim stuurden. De C111 bleef puur een experimenteel voertuig en ging nooit in serieproductie. Er werden slechts twaalf exemplaren geproduceerd van de twee versies die in 1969 en 1970 verschenen.

Mercedes-Benz testte in deze fascinerende sportwagen met middenmotor vooral de aandrijflijn volgens het door Felix Wankel ontwikkelde principe. De C111 uit 1969 werd aangedreven door een wankelmotor met drie rotoren met een kamervolume van drie keer 600 cm3 en een vermogen van 206 kW (280 pk). Na verdere ontwikkeling werd de C111-II* in 1970 op de Salon van Genève voorgesteld, deze onderscheidde zich door vier rotoren met vier keer 600 cmen 257 kW (350 pk).

Mercedes-Benz C 111-II, die zweite Ausführung des Experimentalfahrzeugs. Foto vom März 1970 auf der Teststrecke im Werk Untertürkheim.
Mercedes-Benz C 111-II, the second version of the experimental vehicle. Photo taken in March 1970 on the test track in Untertürkheim.

Kenmerkend voor de C111: Wankelmotor – Innovatie – Prestaties – Design

Wankelkoorts:
Mercedes-Benz werkte al sinds het begin van de jaren zestig aan de wankelrotatiemotor, maar in 1967 bleek uit onderzoek dat de rotatiemotor een circa 50 procent hoger brandstofverbruik had dan een zuiger-V-motor met dezelfde cilinderinhoud. Brandstofverbruik en emissies waren uiteindelijk de grootste struikelblokken voor de serieproductie van de krachtige en soepel lopende wankelmotor. Mercedes-Benz beëindigde uiteindelijk de ontwikkeling van de wankelmotor begin 1976.

Innovatieplatform 
Naast de wankelmotor werden in de C111 technologieën getest die slechts in beperkte mate in productiewagens waren gerealiseerd, waaronder carrosserieën van glasvezelversterkte kunststof (GVK) en verbindingstechnieken zoals lijmen en klinken. Deze technologische kijk op de toekomst werd onderstreept door het visionaire ontwerp van de wigvormige supersportwagen.

Ultieme troeven: prestaties & design in ‘Weissherbst’
Het experimentele voertuig maakte niet alleen indruk met zijn visionaire concept, maar ook met prestaties die voor zijn tijd uitstekend waren. De eerste versie van de C111 haalde een topsnelheid van 260 km/h, de C111-II zelfs 300 km/h. In 1976 begon de C111 aan zijn tweede carrière als recordbrekende wagen met zuigermotoren. Er werden twee versies met vijfcilinder turbodieselmotoren (C111-II D in 1976 en C111-III in 1978) gebouwd, evenals de C111-IV met een V8-benzinemotor in 1979. Op het hogesnelheidscircuit van Nardò, Italië, vestigden de C111’s tal van nieuwe records, waaronder het wereldrecord op het circuit met 403,978 km/h van de C111-IV op 5 mei 1979.

Het iconische karakter van de C111 werd nog versterkt door de ongebruikelijke lakkleur in metallic oranje. De aanduiding ‘Weissherbst’, afgeleid van de wijnbereiding, verwees naar de gloeiende oranje/rosé kleur van deze populaire wijnen. Het voertuig dat op de IAA in Frankfurt te zien was, was de eerste C111 in deze spectaculaire lakafwerking. De andere voertuigen van de eerste serie, die tijdens de IAA als demovoertuigen werden gebruikt, waren nog in een witte lak, maar werden later eveneens overgelakt in Weissherbst’.

*De C111-II die op de expositie te bewonderen is.

Tijdens de expositie ‘Supercar 2 – Road versus Race Version’ in Autoworld krijgt de C111 uit het Mercedes-Benz Museum gezelschap van enkele pareltjes uit privécollecties: de 300 SL Roadster, de SLS AMG E-CELL en de 190 E 2.5-16 Evolution II in klant- en DTM-versie.

300 SL Roadster

Het was de grote verrassing: de 300 SL-productiesportwagen die Mercedes-Benz op 6 februari 1954 op de New York International Auto Show presenteerde, was een sensatie. Bij zijn wereldpremière deed de coupé met zijn karakteristieke vleugeldeuren de harten van kenners en publiek sneller kloppen. Technische details zoals het spaceframe en het bijzondere portierdesign waren ongeëvenaard onder de sportwagens van die tijd.

In de 300 SL (SL staat voor Sport Leicht), geproduceerd tussen 1952 en 1957, en de daaropvolgende Roadster geproduceerd van 1958 tot 1961, had de zescilinder lijnmotor een maximumvermogen van 158 kW (215 pk) waarmee volgens de brochure een topsnelheid van 260 km/h mogelijk was. Voor een gecultiveerde straatsportwagen van die tijd waren dit uitstekende waarden. Ook nu nog wordt de 300 SL beschouwd als de ultieme droomauto. In december 1999 werd hij door een jury van vakjournalisten uitgeroepen tot ‘Sportwagen van de Eeuw’.

SLS Electric Drive, vleugeldeuren onder hoogspanning

SLS AMG E-CELL

Met een elektrisch aandrijfsysteem was de SLS AMG E-CELL in 2010 het resultaat van de samenwerking tussen Mercedes-AMG en Mercedes AMG High Performance Powertrains in Brixworth.

De Mercedes-Benz SLS AMG Electric Drive kwam in 2014 in beperkte oplage op de markt. De baanbrekende aandrijving van deze hoogtechnologische wagen had heel wat in petto: de aandrijfkracht werd geleverd door vier synchrone elektromotoren met een totaal maximumvermogen van 392 kW (533 pk) en een maximumkoppel van 880 Nm. Wat prestaties betreft, maakte de elektrisch aangedreven SLS een sterke indruk: het vleugeldeurmodel sprintte van 0 naar 100 km/h in 4 seconden, waardoor hij het bijna even goed deed als de met een verbrandingsmotor aangedreven SLS AMG met 6,3 liter V8-motor, die 420 kW (571 pk) leverde en in 3,8 seconden van 0 naar 100 km/h kon sprinten. De transmissietunnel in carbon, die ook als zelfdragende behuizing voor de hoogspanningsaccu’s fungeerde, werd structureel geïntegreerd in de aluminium carrosserie en stevig verlijmd. De lichte carbon composietmaterialen waren onder meer afkomstig uit de Formule 1.

Uiterlijk onderscheidde de SLS AMG Electric Drive zich van de andere SLS AMG-modellen door een frontsplitter van carbon. De roosters van de luchtinlaten voor de koelmodule waren uitgevoerd in honingraatdesign en in de carrosseriekleur gelakt. De koplampen en achterlichten waren donkergekleurd, terwijl aan de achterzijde de bumper met geïntegreerde diffusor in het oog sprong. De SLS AMG Electric Drive kon als enige SLS AMG in de exclusieve matte lak AMG electricbeam magno besteld worden. Deze kleur kwam in de siernaden van de lederen bekleding ook terug in het interieur.

Mercedes-Benz 190 E 2.5-16 Evolution II

In 1990 introduceerde Mercedes-Benz de 190 E 2.5-16 Evolution II van de 201-serie. De high-performance sportberline was de straatversie van de gelijknamige DTM-toerwagen. De berline, gebouwd in een kleine oplage van slechts 502 exemplaren en altijd gelakt in blauwzwart metallic, was gemakkelijk te herkennen aan zijn machtige achterspoiler voor autosportgebruik.

De 190 E 2.5-16 Evolution II met 173 kW (235 pk) veranderde destijds de kijk van het publiek op de ‘Baby Benz’. De compacte sportwagen, door zijn fans meestal simpelweg ‘EVO II’ genoemd, maakte meer dan dertig jaar geleden van de succesvolle compacte 201-serie een waardig speler op het gebied van high-performance wagens en is ondertussen uitgegroeid tot een gegeerd goed bij verzamelaars.

Zijn status kwam ook tot uiting in de prijs: DM 115.259,70 DM (ongeveer € 57.500,-) was de toenmalige verkoopprijs. Ter vergelijking: de 190 E 1.8 van de 201-serie (80 kW/109 pk), ongeveer half zo krachtig en ontworpen om een jongere doelgroep aan te spreken, was verkrijgbaar voor minder dan een derde van die prijs.

Mercedes-Benz 190 E 2.5-16 Evolution II (W 201). Das Hochleistungsfahrzeug wird 1990 in einer auf 500 Stück limitierten Auflage als Homologationsmodell für den Motorsport gefertigt.
Mercedes-Benz 190 E 2.5-16 Evolution II (W 201). The high-performance vehicle was produced in 1990 in a limited edition of 500 as a homologation model for motorsport.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait