Wie heeft er nooit van gedroomd om eens plaats te nemen aan het stuur van een prototype dat de 24 Uur van Le Mans rijdt? Nicolas Lapierre, de speerpunt van het Alpine Elf Endurance Team, beschrijft zijn ‘kantoor’ aan boord van de Alpine A480, die ook dit seizoen deelneemt aan het World Endurance Championship (wereldkampioenschap uithoudingsraces). Liefhebbers van ruime interieurs en zuiver gelijnde dashboards zijn eraan voor de moeite.

Zelfs wanneer u als bij toverslag kunt ontsnappen aan de waakzaamheid van het Alpine-team en plaatsneemt in de cockpit van een A480, bent u nog geen stap vooruit. De complexiteit van dit interieur moet immers nauwelijks onderdoen voor die van een vliegtuigcockpit! Het is bezaaid met knoppen, controlelampjes, schermen en schakelaars waar onbevoegden niet wijs uit raken. En dan hebben we het nog niet over de knoppen op het stuurwiel.

“Het interieur van de A480 is een beetje ons kantoor. Tijdens raceweekends brengen we er heel wat uren in door,” Nicolas Lapierre, piloot van het Alpine Elf Endurance Team

In permanente verbinding

Terwijl het stuurwiel de knoppen en wieltjes omvat die bij elke ronde worden gebruikt, beschikken de piloten over veel meer bedieningselementen om met hun machine te communiceren. Zo staat er rechts van het stuur een eerste paneel met meer dan twintig knoppen in verschillende kleuren: “Op dat paneel staan schakelaars die je slechts sporadisch gebruikt, vertelt Nicolas Lapierre. Ze maken het mogelijk om een ventilator te bedienen, de helderheid van het scherm te wijzigen andere details te regelen die in bepaalde omstandigheden van belang kunnen zijn. Bijvoorbeeld wat de verlichting bij valavond betreft.”

In raceomstandigheden komt er nog een ander paneel bij, iets meer naar rechts. Dat is een soort elektronisch weergavebord dat door de raceleiding wordt geactiveerd. Een uiterst belangrijke interface voor de piloten: “De bolide is uitgerust met een gps-systeem en krijgt alarmen van de wedstrijddirectie naargelang zijn positie op het circuit,” zegt Nicolas Lapierre. Als er bijvoorbeeld een gele vlag is in bochten 1 en 2, wordt ons scherm in het interieur in het geel weergegeven. Dat is een aanvulling op de signalisatie van de commissarissen langs het circuit en komt de veiligheid ten goede.”

Een ander veiligheidselement zijn de spiegels. “Op dat vlak zijn er twee scholen, vervolgt de piloot met vier overwinningen in de 24 Uren van Le Mans. Veel GT’s beschikken achteraan over camera’s, waarvan de beelden worden weergegeven op een scherm in het interieur omdat ze vaak worden ingehaald door auto’s uit andere categorieën. Wij hebben echter alleen twee kleine spiegels om het zicht naar achteren te verzekeren. Algemeen gesproken, hopen we natuurlijk dat we die niet te vaak nodig hebben! Maar toch zijn ze groot genoeg om te zien wanneer we ingehaald zullen worden. Bovendien worden we via de radioverbinding met het team op de hoogte gehouden van eventuele opdoemende tegenstanders.”

Een minimalistische visie op comfort

Je kunt gerust alle knoppen achter elkaar testen maar de airconditioning zal je niet vinden. Die is er namelijk niet. Bij gebrek daaraan kunnen de piloten een fles frisse drank meenemen: “Die is verbonden met een pijpje dat in de helm komt en waarmee we ons kunnen hydrateren. Soms zitten we langer dan drie uur in de auto. Het kan snel warm worden, vooral omdat het interieur klein is, er weinig lucht binnenkomt en er geen airconditioning is! Ook de drank warmt vrij snel op, maar we zijn toch blij dat we iets hebben om ons te hydrateren!” Daarvoor moeten we een knopje op het stuurwiel bedienen. En dat is dan weer wel duidelijk: het toont namelijk een pictogram van een pint bier!

Een ander aspect dat het comfort (en dus de prestaties) van de piloten verzekert, is hun stoel. Nicolas Lapierre legt uit: “We hebben het geluk dat we over een kuipstoel beschikken, die perfect op onze rug is gemodelleerd, waardoor we ondanks de erg beperkte ruimte toch comfortabel zitten. Gezien de tijd die we in de wagen doorbrengen, is dat een belangrijk gegeven.”

De op maat gemaakte inzet wordt door de piloot geïnstalleerd wanneer hij plaatsneemt in het interieur. Hij bevindt zich dan op de juiste afstand om de pedalen te bedienen. Aangezien de koppeling zich op het stuur bevindt, zijn er slechts twee pedalen: het gaspedaal rechts en de rem links. In dat opzicht is de configuratie klassiek, net als bij de personenwagen met automaat van Jan met de pet. Toch gebruiken veel racepiloten ze op een minder klassieke manier: “Ik denk dat 90 procent van de huidige piloten met de linkervoet remt. Ik ben een beetje anders. Ik ben nog van de oude school. Ik rem meestal met de rechtervoet. Een oude gewoonte…”

U ziet het, het is niet iedereen gegeven om het beste uit zo’n werkruimte te halen!  Dat laat u best over aan experts zoals Nicolas, André en Matthieu…