Belgian Rally Master Cup bekroont de snelste routinier in het Kroon-Oil Belgian Rally Championship 2022

Wie koppelt snelheid meesterlijk aan ervaring ?

Op stuurmanskunst staat geen leeftijd. Maar, elke rallyrijder die de 50 gepasseerd is, zal ook wel eens voelen dat hij geen 20 meer is. Anderzijds speelt ervaring een essentiële rol in de rallysport en dankzij die ervaring zijn ervaren rallyrijders meestal nog erg competitief.

Jongeren die hun eerste stappen zetten in de rallysport en die nog niet veel ervaring hebben, worden extra in de kijker gezet via het Junior Belgian Rally Championship, het ideale kampioenschap om naam te maken als jong talent. Aan de andere zijde was er nog niets voorzien om straffe prestaties van wat oudere rallyrijders tussen het jonge rallygeweldt in de verf te zetten. Daar brengt de Belgian Rally Master Cup verandering in.

Alle rijders die 50 jaar zijn of die 50 jaar worden in 2022 en die deelnemen aan het Kroon-Oil Belgian Rally Championship (houders van een RACB-licentie of met een licentie van een buitenlandse ASN ingeschreven in het BRC), zullen punten kunnen scoren voor de Belgian Rally Master Cup, ongeacht het type wagen.

In elk van de 10 wedstrijden van het Kroon-Oil BRC worden de punten voor de Belgian Rally Master Cup toegekend aan de eerste 10 rijders in het eindklassement die in aanmerking komen, volgens het gekende barema 25-18-15-12-10-8-6-4-2-1. Alle behaalde resultaten zullen in rekening worden gebracht.

We zijn al jaren onder de indruk van de gedrevenheid van een tiener waarmee de zestigers Patrick Snijers en Paul Lietaer de jonge wolven het vuur aan de schenen leggen, respectievelijk met hun Porsche en Opel Manta. Nu kunnen ze hun snelheid en ervaring uitspelen in de strijd met andere routiniers die willen bewijzen dat 50 slechts een cijfer is. Een mogelijke uitdaging voor kleppers als Bruno Thiry, Freddy Loix, Timothy Van Parijs, Guino Kenis, Armand Fumal, Xavier Bouche, Henri Schmelcher, Jimmy D’hondt, Bert Coene, Bernard Munster, Stefaan Prinzie, Francis Lejeune en, waarom niet,… Jos Verstappen.