De Volvo 440 werd voor het eerst voorgesteld in juni 1988. Deze vijfdeurs gezinswagen was gebaseerd op dezelfde technologie als de 480 sportcoupé. Met deze wagen toonde Volvo dat voorwielaandrijving de weg was die gevolgd moest worden.
De werkzaamheden aan wat later de Volvo 440 zou worden gingen al van start in 1978. Dit nieuwe project effende het pad voor de Volvo’s van de toekomst. Het draaide allemaal om vrij denken en ‘the sky is the limit’, vandaar dat het project de naam Galaxy kreeg.
In september 1980 was het eerste prototype met voorwielaandrijving klaar. Hoewel het voornaamste doel van dit prototype het testen van de verschillende functies was, leek het qua uiterlijk op wat later de Volvo 440 zou worden. De G4, zoals het prototype werd genoemd, had de kenmerken waarnaar Volvo op zoek was. Het had voorwielaandrijving en was een plezier om mee te rijden. De binnenruimte was vrij groot, terwijl de buitenafmetingen compact bleven.
Het Galaxy-project mondde later uit in de lancering van twee modellenreeksen. De grote 850, die in de zomer van 1991 werd voorgesteld, had de grootste impact, maar het 400-programma was eigenlijk al enkele jaren eerder ontstaan. Dat deel van het project werd in 1992 overgenomen door Volvo’s dochteronderneming in Nederland, waar het ontwikkelingswerk werd voortgezet.
Het eerste van Volvo’s nieuwe modellen met voorwielaandrijving was de 480 sportcoupé, die officieel werd gelanceerd op het autosalon van Genève in 1986. Dit opvallende nicheproduct maakte de weg vrij voor de 440, die twee jaar later werd voorgesteld en zich vooral op kopers van middenklassewagens zou richten.
De Volvo 440 was een modern vijfdeursmodel met een praktische achterbank in twee delen. Het middenpaneel van het dashboard was naar de bestuurder gericht, waardoor hij of zij gemakkelijker toegang had tot de bedieningselementen. De inrichting van dat modellenprogramma deed denken aan de 700-reeks, met vloeiende zijkanten en lage, bijna verticale zijruiten.
Alle motoren waren viercilindermodellen met één bovenliggende nokkenas, van 1,6 liter tot 2 liter, inclusief een turbomodel van 1,7 liter.
Uiteraard werd er veel aandacht besteed aan veiligheid. Zo waren antiblokkeerremmen en ABS al in 1989 als optie beschikbaar. Vanaf het modeljaar 1991 werden gordelspanners en airbags als opties geïnstalleerd, en in 1994 werd Volvo’s geïntegreerd Side Impact Protection System, SIPS, in het model geïntroduceerd.
De wagen werd gemaakt in Born in Nederland, waar ook de voorlopers 340/360 en de 480 werden gemaakt.
De volgende versie in de 400-reeks – de 460, een berlineversie van de 440 en 10 centimeter langer – werd in 1989 voorgesteld.
De productie van de Volvo 440/460 werd in november 1996 stopgezet: de opvolgers, de S40 en de V40, werden op dat moment al meer dan een jaar gelijklopend geproduceerd.
Acht dingen over de Volvo 440 die u misschien nog niet wist.
- De Volvo 440 was ook verkrijgbaar als politiewagen en werd gebruikt als standaard patrouillewagen door zowel de nationale als de regionale politiediensten in o.a. Nederland.
- De 400-reeks was nooit verkrijgbaar als break, maar twee externe ontwerpbedrijven werkten een voorstel uit. ASC Detroit in de VS creëerde een ontwerpconcept, terwijl Heuliez in Frankrijk een prototype break voor de 400-reeks bouwde. Een daarvan staat nu in het Volvo Museum.
- Het ontwerp van de Volvo 440 wordt toegeschreven aan Peter van Kuilenburg, die op de ontwerpafdeling van Volvo Car B.V. werkte, maar de vorm ervan was gebaseerd op het G4-prototype dat werd ontworpen door Jan Wilsgaard, Head of Design.
- Een Nederlands bedrijf bood een kit aan om de 440 om te bouwen naar een break. De achterklep van de vijfdeurs werd verwijderd en vervangen door een dak, zijruiten en een achterklep van glasvezel. Volvo was hier niet bij betrokken – ze hebben zelfs geen toestemming gegeven voor de ombouw.
- Een rallycrossversie van de Volvo 440, met Volvo’s 16-kleppenmotor van 2,3 liter en 715 pk, ging de strijd met de concurrentie aan in 1992. Deze auto had ook vierwielaandrijving.
- De 440 Turbo was standaard uitgerust met een boordcomputer. Die gaf de bestuurder informatie over het brandstofverbruik, de gemiddelde snelheid, het bereik, de olietemperatuur, de koelvloeistoftemperatuur en de buitentemperatuur. Wanneer de motor werd gestart, werd op de display “OK” weergegeven als het oliepeil correct was.
- Op 1 december 1991 stopte Volvo Car B.V. met het produceren van de 400-reeks en werd de productie overgedragen naar NedCar B.V. Het nieuwe bedrijf was eigendom van de Nederlandse staat, Volvo Personvagnar AB en Mitsubishi Motors.
- De LCP 2000 conceptwagen was een voorloper van de 400-reeks. Het ‘Light Component Project’ werd in het voorjaar van 1983 voorgesteld en was een prototype van een toekomstige lichte auto dat echt kon rijden. De LCP 2000 was gebouwd met verschillende lichte materialen en had voorwielaandrijving, met een dwars geplaatste motor.