Roadtrip Geneva:
Het moet 1985 geweest zijn, toen we voor de eerste keer richting Geneve trokken, voor het jaarlijkse Autosalon. Dus geen beginners, als het op de voorbereiding aankomt. En toch is het ieder keer weer plannen, organiseren en afspreken, om alles netjes geregeld te krijgen. Accreditatie regelen gaat vrij vlot en de invitatie, valt altijd rond oktober in de brievenbus. Meteen de aanzet om op zoek te gaan naar vervoer ,overnachting en de samenstelling van het programma.
Even afwegen of we de verplaatsing niet met het vliegtuig zouden maken. Heeft zijn voordelen, want je kunt natuurlijk op één dag over en weer. Maar de rompslomp, van en naar Brussel, en de korte tijdspanne die je in Geneve kunt doorbrengen , doet ons opteren voor de goede oude methode met de automobiel. Die het toch wil, kan bij SN Brussels terecht of bij Easyjet, die meestal prijsgunstiger is. Zeer vroeg boeken is dan de boodschap, want in periodes van het Salon, zijn er velen die richting Geneve willen.
De persdag, start altijd op dinsdag, dus is het zaak om overnachting te regelen voor minstens maandag en dinsdag. Zo dat je rustig de dinsdag, op het salon kunt doorbrengen en eventueel nog een passage op maandagnamiddag, kunt plannen. Soms is ook op woensdagochtend nog even binnenwippen een must.
Hier ook alweer, hoe vroeger hoe beter, want Geneve en omgeving zijn in normale omstandigheden al niet echt “prijsgunstig” en de plaatsjes zijn vlug bezet. Kan ook moeilijk anders, Geneve en omgeving hebben heel wat troeven. Ik heb het dan niet alleen over het salon maar ook toeristisch en zakelijk is de Zwitserse stad aan de “Lac” een veel bezochte pleisterplaats. http://www.geneve-tourisme.ch/en/home/
Wij hebben van in de beginne, onze overnachtingsplaatsen gevonden, in de omgeving van Ferney- Voltaire en Gex, net over de grens op Frans grondgebied. Makkelijk bereikbaar op onze route vanuit België. Ook om naar Palexpo te rijden, is het vanuit deze regio vrij eenvoudig en ben je niet gedwongen om een vignet te kopen voor de Zwitserse snelwegen.Vignet, die je voor de rest van het jaar niet meer gebruikt.
Dus ook deze keer gaan we daar op zoek. Campanile Ferney, was jaren lang onze stek, maar nu reeds jaren, volledig afgehuurd door ene of andere exposant, dus niet meer ter sprake. Hotel “du Parc” in Gex werd dan onze geliefde stek. Maar de al wat oudere dames, die hun Logis, nochtans met veel enthousiasme runden, konden voor vele Eurootjes, het hotelletje van de hand doen aan een projectontwikkelaar. We vonden er dit jaar, een splinternieuwe luxe flat in aanbouw op de plaats.
Nog later kwamen we terecht in St Genis, in het “Fasthotel” ,voor wat wij beogen ruim voldoende en rustig gelegen. Maar ook daar sloeg een exposant toe en werd het hotel volledig afgehuurd voor de duur van het salon.
Wij houden niet van “bookings en tripadvisor “toestanden, dus via het web op zoek naar degelijk en betaalbaar verblijf, kwamen op onze vertrouwde stek www.logishotels.com deze keer terecht in “la Petite Chaumiere”. Dit familiehotel staat bovenop de “Col de la Faucille, 1323 mtrs” net boven Gex en een klein ½ uurtje van Palexpo rijden. Perfect voor een beetje “afstand” en ook een beetje vakantiegevoel, want je zit midden tussen de skiërs en langlaufers. Het hotel beschikt bovendien over een prachtig panorama, vanuit onze kamer op de vallei, de bossen en de sneeuw. De kamer is echt “a la berghut” ingericht en beschikt over alle noodzakelijke faciliteiten en een prima werkende wifi. Beneden is een bar/café en een ruime salon voorbehouden voor de klanten van het hotel. In het restaurant kun je s’avonds terecht, weze het met beperkte kaart, een dag suggestie of in pensionvorm.
Een joviale bediening, redelijke prijzen en een degelijke klassieke Franse keuken zijn ons deel. Opvallend in deze vakantie periode, dat hier heel wat kinderen verbleven samen met de ouders of grootouders genietend van de krokusvakantie. Ook voor het ontbijt kun je in het restaurant terecht om te genieten van een traditionele “frans” ontbijtbuffet, met de gekende attributen. Meer dan voldoende keus en aanbod. Al bij al, hadden we hier een aangenaam verblijf en kunnen we hier wellicht voor de komende jaren een vaste stek vinden. Misschien nog effe meldden dat er ook een ruime parking te beschikking staat en dat de skipiste echt vlak voor de deur te vinden is.
Zoals vermeld dateren onze trips naar Geneve al van in 1985. Toen was het eenvoudig, je pakte een “Michelinkaart” op de schoot en je vertrok op zoek naar de kortste route. Via Rijsel en Reims kon je al de snelweg nemen, maar vanaf de hoofdstad van de Champagne, was je aangewezen op de “Routes
Nationales “ tot in Geneve. Met de jaren kwamen daar autosnelwegen en express-routes, bij die je op vandaag al via de snelweg tot in Poligny brengen.
Voor deze maidentrip, van Pauline, en daar we pas in de late namiddag in Geneve verwacht werden kozen we deze keer voor een gemengd parkoers. Het eerste deel, een goeie 300 km van “Brugge naar “Chalons en Champagne” via de snelweg. Vanaf daar “tom tom“ gewijs via de nationale naar “Gex.
Ons Suzanne (van Tom Tom) kan ons perfect begeleiden tot in Chalons. We vermijden ook de rit dwars door Reims, om pas vlak na Chalons richting Vitry le Francois te tuffen. Tot daar en verder verloopt alles vlot. Geen druk verkeer, weinig vrachtwagens en goede weersomstandigheden zijn ons deel.
Net voor Saint Dizier, word er getankt en dan gaan we, door de vallei van de Marne, naar Chaumont.
Het is een aangename en vlotte route, rondom is ook iets te zien en je rijdt over goed onderhouden wegen. Van Chaumont, snorren we naar het historische Langres, waar we de vesting beklimmen.
Net Langres uit en ons Suzanne gaat de mist in. Ze wil ons persé naar Vesoul sturen. Jaques Brel was daar ook, maar wij willen naar Dole. Dus na enkele kilometers door uitgestrekte bosgebied komt het kasteel van Champlitte, in ons vizier en zitten we weer op de route. Via Gray en Pesmes, over vlotte “departementales” komen we makkelijk in Dole. Dole, achter ons latend is Poligny ons volgende ijkpunt en door het stadje gaan het stijl bergop.
Opvallend, de wegen liggen mooi en vlot. Geen nattigheid of andere malheuren onderweg dus Champagnolle is de volgend “stad” op ons route. Vanaf hier ziet het al een beetje grijs, hier en daar is zelfs al een vlokje sneeuw te bespeuren. T’is hier ook al redelijk klimwerk en via Morez en Morbier, hoofdsteden van de brillenmakers gaat het naar “Les Rousses”. Skistation dus: Sneeuw!!
Dat is echter geen bezwaar, wat aangepaste snelheid en effe uitkijken, brengen ons tenslotte zonder glijpartij op de hoogte van de “Col de la Faucille” waar “la petite chaumiere “ ons opwacht.
Is er nu in vergelijk met 1985 iets veranderd op deze route? Neen , niet echt alles gaat vrij vlot, het verkeer is beheersbaar en de scenery aantrekkelijk. Wel niet leuk, de snelheidsbeperkingen zijn imponerend en mocht je voor iedere: “ga rechts van het ronde punt” 1 euro ontvangen ben je op het eind van de rit gratis onderweg. We waren een kleine 10 uur , stops inbegrepen,onderweg.
Voor de terugkeer op woensdag, besluiten we vanaf Poligny, de snelweg E60, op te gaan een iets sneller huiswaarts te keren. Via Dyon A31 , Troyes A5 en Reims E17 en tenslotte de A21 naar Rijsel en Kortrijk belanden we weer in Belgenland . Vlotter? Ja, een kleine 7 uur , stops inbegrepen, maar toch 32 euro armer aan tolgeld. Alles heeft een prijs.
Dit gezegd zijnde ’t was een leuke trip in goed gezelschap en voor herhaling vatbaar 😉
Alain Mervilde